Het nieuwe nabestaandenpensioen: meer duidelijkheid en zekerheid
Alle pensioenfondsen moeten uiterlijk op 1 januari 2028 een regeling volgens de nieuwe pensioenwet hebben ingevoerd. Daarvoor moet er nog veel gebeuren. Wij lichten de belangrijkste stappen toe. In dit artikel ligt de focus op het nabestaandenpensioen. De nieuwe regeling moet vooral meer zekerheid bieden aan de partner die achterblijft.
Het nabestaandenpensioen is een uitkering aan de partner en eventuele kinderen na het overlijden van een pensioendeelnemer. De overgebleven partner krijgt een partnerpensioen, kinderen een wezenpensioen. Beide uitkeringen gaan direct in na overlijden van de deelnemer.
Schrijnende gevallen voorkomen
De nieuwe pensioenwet wil vooral duidelijkheid en zekerheid bieden over het partnerpensioen. In de afgelopen jaren zijn er namelijk veel verschillende nabestaandenregelingen ontstaan. Dit zorgt soms voor schrijnende gevallen doordat de uitkering te laag is om het weggevallen inkomen op te vangen of er zelfs helemaal geen recht op partnerpensioen is. De nieuwe pensioenwet voorkomt dit door één vorm van partnerpensioen toe zeggen en duidelijk vast te leggen wie er recht op heeft.
Gezamenlijke huishouding bepaalt partnerschap
In de nieuwe regeling is de partner degene met wie de deelnemer een gezamenlijke huishouding voert. Getrouwde of geregistreerde partners tellen in de nieuwe pensioenwet automatisch als partner. Partners die samenwonen kunnen hun gezamenlijke huishouding aantonen met een samenlevingscontract of een partnerverklaring. Maar let op: afhankelijk van het pensioenfonds moeten samenwonenden hun partner nog wel steeds zelf aanmelden.
Zekerheid over uitkering
Het nabestaandenpensioen is straks altijd een uitkering uit een verzekering. Het voordeel hiervan is dat meteen de maximale uitkering beschikbaar komt. Een voorbeeld: een deelnemer verdient € 80.000 bruto per jaar en komt te overlijden. Het pensioenfonds verzekert 40% van het laatste salaris. De partner krijgt dan een partnerpensioen van € 32.000 bruto per jaar uitgekeerd. Een beperkt aantal deelnemersjaren van de overleden partner zorgt dus niet voor een lagere uitkering.
Verlengde dekking bij uit dienst gaan
Een nadeel van de nieuwe regeling is dat de aanspraak op nabestaandenpensioen vervalt bij uitdiensttreding. Dit kan vervelend uitpakken, bijvoorbeeld wanneer een deelnemer tussen twee banen in zit. Bij overlijden is er dan geen nabestaandenpensioen. Gelukkig biedt de wet de mogelijkheid om een verlengde dekking af te spreken. Door deze zogeheten uitloopdekking wordt het partnerpensioen nog een bepaalde periode bij de oude pensioenuitvoerder verzekerd.
Maximaal 50% van salaris
Het partnerpensioen mag volgens de nieuwe pensioenwet maximaal 50% van het salaris van de overleden partner bedragen. Het wezenpensioen wordt maximaal 20% van het salaris bij overlijden. Lagere percentages zijn mogelijk. Pensioenfondsen maken samen met de sociale partners de uiteindelijke keuze voor de maximale uitkeringspercentages. Net als in de oude situatie is het nabestaandenpensioen geen verplicht onderdeel van de pensioenregeling. Is er in uw huidige pensioenregeling geld gereserveerd voor het partnerpensioen? Dan hoort u van uw pensioenfonds hoe dit wordt ingebracht in de nieuwe regeling.
Zorg voor uw nabestaanden
Niemand denkt graag na over een (vroegtijdig) overlijden en de gevolgen daarvan voor zijn of haar naasten. Die kunnen niet alleen emotioneel maar ook financieel ingrijpend zijn. Het is daarom goed om in kaart te brengen wat u geregeld heeft bij overlijden. Denk aan het (laten) opstellen van een testament, maar ook aan aanvullende financiële zekerheid voor uw nabestaanden. Dit kan bijvoorbeeld met een overlijdensrisicoverzekering.
Vragen?
Wij helpen graag. Bel met onze financieel planners. Zij zijn bereikbaar op werkdagen tussen 8.30 en 17.30 uur.
- Financiële planning
- 030 247 48 58
Meer lezen?
Koester uw goede voornemens
Eenvoudig om te bedenken, maar lastig om mee aan de slag te gaan. Bekijk de 5 sleutels tot succes.
Al een verplicht verzuimprotocol in uw praktijk?
Volgens het Arbeidsomstandighedenbesluit moet elke werkgever een verzuimbeleid met verzuimprotocol hebben.
Handhaving wet DBA en toekomst huisartsenzorg
Huisarts Isabel van Hövell-Ullman over de aangescherpte handhaving wet DBA
Handhavingsplan 2025 geeft opdrachtgevers en zzp’ers nauwelijks extra ruimte
Het Handhavingsplan van de Belastingdienst houdt rekening met moties, maar biedt weinig extra ruimte.