Hervatting zzp-handhaving nauwelijks geraakt door aangenomen moties
Dit najaar werd duidelijk dat de Tweede Kamer kritisch kijkt naar de kabinetsplannen voor hervatting van de handhaving op schijnzelfstandigheid. Deze blik komt vooral uit de hoek van de regeringspartijen. Een bewijs voor parlementair vuurwerk of heeft het per saldo weinig gevolgen?
We zetten uiteen wat er gebeurd is en waarom de hervatting van de handhaving per 1 januari een onverminderd belangrijk aandachtspunt blijft voor de zorg.
Kabinet zet Rutte IV-beleid voort
Na het vallen van Rutte IV was snel duidelijk dat het zzp-dossier geen ‘controversieel-stempel’ kreeg. Het ambtelijk apparaat en de uitvoeringsinstellingen konden dus door met hun uitwerking van het ‘drie-lijnenplan’. Na het zomerreces liet ook het kabinet Schoof I zien het beleid van het vorige kabinet voort te zetten. Dit bleek bijvoorbeeld duidelijk uit de Kamerbrief over de hervatting van de handhaving op schijnzelfstandigheid. Een brief van SZW-minister Van Hijum en Belastingdienst-staatssecretaris Idsinga van 6 september. Deze lijn zetten ze aanvankelijk onverkort voort tijdens het zzp-debat van de Tweede Kamercommissie SZW over hetzelfde onderwerp op 12 september.
Regeringsfracties kritisch
Met name regeringspartijen VVD, NSC en BBB lieten toen opvallend kritisch van zich horen in de Tweede Kamer. Ook SGP liet zich niet onbetuigd. De parlementariërs zien risico’s wanneer de Belastingdienst weer bij opdrachtgevers gaat handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit werd nog concreter bij het hierop volgende tweeminutendebat (25 september). Hier werden moties ingediend waarvan de Tweede Kamer er 1 oktober diverse aannam.
Aangenomen moties
De 4 aangenomen moties die voor de zorg het belangrijkst zijn hebben we in het kader onder dit bericht op een rijtje gezet met een duiding erbij. Kort gezegd wil de Tweede Kamer het volgende:
- Zorgen voor een zachte landing door gericht te handhaven.
- Coulant omgaan met onbewust onbekwamen.
Verder vraagt de Kamer:
- Een duidelijk afwegingskader voor handhaving.
- De rol van goedgekeurde modelovereenkomsten van kracht te laten.
Beperkt effect voor de zorg
De moties betekenen niet dat onze oproep vervalt om 1 januari uiterst alert tegemoet te treden. Want bij gerichte handhaving wordt de zorgsector niet overgeslagen. En mogelijke terughoudendheid met boetes voor niet bewuste overtreders is mooi, maar de naheffing van loonheffingen zelf betreft een aanzienlijk hoger bedrag. Of het gevraagde, en al door de bewindslieden toegezegde, afwegingskader gaat helpen om tot een eindoordeel te komen voor de eigen arbeidsrelatie, is ook maar zeer de vraag. Dat komt door de zogeheten holistische benadering. Daarbij past de Belastingdienst een totaalbeoordeling toe op basis van alle belangrijke feiten en omstandigheden, in onderling verband. Dit staat een eenduidig en praktisch toepasbaar kader in de weg.
Modellen continueren later van belang
Tot slot: het structureel overeind houden van de modelovereenkomsten zou goed nieuws zijn. Een modelovereenkomst is namelijk het enige instrument dat een houvast geeft om de opdrachtrelatie op de juiste wijze in te vullen. Dit heeft echter pas (ruim) na 1 januari aanstaande effect, als de geldigheidsduur van het betreffende model afloopt. De datum daarvan verschilt per beroepsgroep. Overigens geeft het werken met (en conform!) een modelovereenkomst zoals we eerder aangaven, ook geen echte zekerheid.
Beoordeel tijdig uw arbeidsrelatie
Kortom: de eerder deze maand aangenomen moties over de handhaving op schijnzelfstandigheid hebben naar verwachting slechts beperkt effect op de risico’s die vanaf 1 januari aan de orde zijn.
Dus: beoordeel tijdig samen uw arbeidsrelatie met oog op de hervatting van de handhaving door de Belastingdienst op 1 januari 2025.
Voor de zorg relevante moties over de handhaving op schijnzelfstandigheid
Over de auteur
Meer informatie
Bekijk onze themapagina voor meer informatie of ondersteuning voor zzp'ers.
Meer lezen?
Al een verplicht verzuimprotocol in uw praktijk?
Volgens het Arbeidsomstandighedenbesluit moet elke werkgever een verzuimbeleid met verzuimprotocol hebben.
Handhaving wet DBA en toekomst huisartsenzorg
Huisarts Isabel van Hövell-Ullman over de aangescherpte handhaving wet DBA
Handhavingsplan 2025 geeft opdrachtgevers en zzp’ers nauwelijks extra ruimte
Het Handhavingsplan van de Belastingdienst houdt rekening met moties, maar biedt weinig extra ruimte.
Europese ruimte voor gezondheidsgegevens op komst
Europese ruimte voor gezondheidsgegevens (EHDS): wat betekent dit voor zorgverleners en hoe bereid je je voor?