Wtza: vragen uit de praktijk
Hoe pas je de wet- en regelgeving van de Wtza toe in de praktijk? We beantwoorden vragen van zorgverleners.
Vragen uit de praktijk
Ja. Als verleners van medisch specialistische zorg, valt u, net als bij de WTZi, onder een ‘zwaarder regime’. Voor medisch specialistische zorg geldt [schrappen: dus] altijd zowel een meldplicht als een vergunningplicht, ongeacht het aantal zorgverleners. Bij meer dan 10 zorgverleners bestaat ook de plicht tot het instellen van een interne toezichthouder.
Alleen diegenen die zorg verlenen, werkend in dienstverband of zelfstandig, tellen mee voor deze grens. Stagiaires, stafmedewerkers en vrijwilligers tellen niet mee.
Ja. In 2021 was de WTZi nog van toepassing en gold (onder andere voor paramedici) automatische toelating. Er was voor een praktijk als de uwe evenmin een verplichting tot het instellen van een toezichthoudend orgaan. Vanwege de Wtza is dat, aangezien uw praktijk uit meer dan 25 zorgverleners bestaat, wel het geval.
Op grond van het overgangsrecht heeft uw praktijk tot 1 januari 2024 de tijd om aan de Wtza te voldoen. U heeft dus nog twee jaar om de vergunning aan te vragen en een interne toezichthouder aan te stellen. Als er in 2022 ten gevolge van een fusie een praktijk met meer dan 25 zorgverleners ontstaat, is er geen overgangsrecht van toepassing en dient u meteen aan de eisen van de Wtza te voldoen.
Een maat is in het kader van de Wtza in principe onderdeel van een instelling (de maatschap) en hoeft zich niet apart te melden. Het ligt anders als de maatschap uit slechts één zorgverlenende maat bestaat zonder zorgpersoneel. In dat geval is er sprake van een solistisch werkende zorgverlener die de maatschap dient aan te melden. Treedt er op een later moment een nieuwe zorgverlenende maat toe tot de maatschap, dan hoeft deze maat zich niet alsnog te melden. De maatschap is dan immers al bekend.
De berichtgeving hierover kan verwarrend zijn. In de WTZi blijft het verbod op winstoogmerk en de verplichting om mededeling te doen aan het College sanering zorginstellingen (CSZ) wanneer het voornemen bestaat om (delen van) gebouwen of terreinen blijvend niet meer voor de zorginstelling te gebruiken. Met de brief van 25 november 2019 is door het ministerie van VWS toegezegd dat het Wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorgaanbieders zal worden ingediend dat regels bevat over de winstuitkering en waarin ook de taken van het CSZ worden bezien. Dit wetsvoorstel bevindt zich in de ontwerpfase. De conclusie is dus dat de Wtza de WTZi gedeeltelijk vervangt.
Ja, aangezien u (ook) werkzaam zult zijn op verzoek van cliënten valt u onder de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en daarmee ook onder de meldplicht van de Wtza.
Dit hangt ervan af of de zorggroep zelf zorg verleent of alleen faciliteert. De statuten van de rechtspersoon geven vaak wel een indicatie hoe het zit, maar de feitelijke situatie is doorslaggevend. Als de zorggroep zelf zorg verleent of zorg doet verlenen, dan is de zorggroep voor de Wtza een zorgaanbieder. Als de zorggroep uitsluitend faciliteert, dan is de zorggroep voor de Wtza geen zorgaanbieder.
Volgens de wetgever draagt de interne toezichthouder bij aan een transparante, integere en professionele bedrijfsvoering. De toezichthouder ziet toe op het verantwoord afwegen en beheersen van kansen en risico’s. Hierbij houdt de toezichthouder zowel het organisatiebelang als het maatschappelijk belang voor ogen. Een interne toezichthouder staat de dagelijkse of algemene leiding met raad ter zijde en is een belangrijke spiegel. Het bestuur en de interne toezichthouder zorgen zo samen voor goede en veilige zorg. Volgens de wetgever laat uw instelling/praktijk hiermee zien dat zowel de kwaliteit van de bedrijfsvoering als de interne veiligheid binnen uw organisatie is geborgd.
Ja, wij verwachten echter wel dat uw MSB is vermeld in het Landelijk Register Zorgaanbieders. Daarmee is voldaan aan de meldplicht. Een nieuw op te richten MSB, dat in opdracht van een ziekenhuis een deel van de zorg verleent, valt onder de meldplicht (en in het algemeen niet onder de vergunningplicht).
Nee, voor de Wtza-vergunning hoeft u niets te doen. De WTZi-toelating wordt per 12 januari 2022 automatisch omgezet in een Wtza-vergunning. Als het goed is heeft de minister/het CIBG uw instelling hierover al per brief geïnformeerd. Wel dient uw Raad van Toezicht aan alle Wtza-eisen met betrekking tot de interne toezichthouder te voldoen. U krijgt daar de tijd voor tot 1 januari 2024.
Staan u en uw collega’s op 1 januari ingeschreven in het Landelijk Register Zorgaanbieders (kijk op lrza.nl), dan heeft u daarmee voldaan aan de meldplicht. Staat u daar om een of andere reden niet in, dan heeft u tot 1 juli 2022 de tijd om aan de meldplicht te voldoen. Gezien de grootte van uw praktijk heeft u geen vergunningplicht (pas bij >10 zorgverleners). U bent ook niet verplicht om een toezichthoudend orgaan aan te stellen (pas bij >25 zorgverleners).
De wijziging van rechtsvorm dient u door te geven aan de Kamer van Koophandel (KvK). U krijgt in een dergelijke situatie een nieuw KvK-nummer toegekend. De gewijzigde rechtsvorm wordt gezien als een nieuwe zorgaanbieder. Kortom, u dient de praktijk als besloten vennootschap te melden bij toetredingzorgaanbieders.nl.