‘Altijd die vraag: had ik iets anders moeten doen?'
Zorgverleners staan onder steeds grotere druk: hoge werkbelasting, kritische blikken van buitenaf en toenemende twijfel aan medische richtlijnen. Juist daardoor is het belangrijk om emoties na een incident, zoals een klacht of claim, te delen. Toch blijven gevoelens als onzekerheid en schaamte vaak nog onbesproken. Gerda Zeeman, gynaecoloog en coach bij VvAA, weet hoe groot de impact is en hoe essentieel erkenning en steun zijn.
In haar 30-jarige loopbaan als gynaecoloog in binnen- en buitenland heeft Gerda meerdere medische incidenten en zelfs een tuchtzaak meegemaakt. Naast latere gebeurtenissen is één ervaring uit haar vroege carrière haar altijd bijgebleven. Tijdens haar opleiding in Amerika was ze betrokken bij de reanimatie van een zwangere vrouw tijdens een keizersnee. De vrouw kreeg een vruchtwaterembolie, een zeldzame complicatie. Terwijl het ene deel van het team zich over de baby ontfermde, vocht het andere voor het leven van de moeder. Wat een mooie dag had moeten worden, dreigde te eindigen in een drama.
'Als dit niet goed komt, stap ik uit het vak'
Het optreden van deze complicatie had het team niet kunnen voorkomen. ‘Dat wisten wij toen nog niet. Hoe had dit kunnen gebeuren, zou het blijvende gevolgen voor de moeder hebben? Als dit niet goed komt, stap ik uit het vak, dan doe ik dit nooit meer, was een van de gedachten die direct door mijn hoofd spookte.’ Veel ruimte voor emoties was er op dat moment niet, het team was volop in actie.
Gelukkig liep alles goed af en herstelde de moeder volledig. Dat hoorde Gerda en haar collega’s pas later. 'De stemming na de geboorte van de baby was bedrukt, we waren enorm geschrokken. Alle aandacht ging uit naar de opvang van de familie van de patiënt.'
Een hoofd vol nare beelden
Een van de collega’s nam het initiatief om meteen die avond met het hele team de gebeurtenissen te bespreken. De groep had veel aan de nabespreking, alleen van persoonlijke aandacht voor elkaar kwam het niet. ‘Je ging toch naar huis met een hoofd vol nare beelden en de vraag of je het niet anders had kunnen of moeten doen. Niemand vroeg mij hoe het met mij ging, terwijl die vraag haast op mijn voorhoofd geschreven stond.’
Niemand staat er alleen voor. Door samen ervaringen te delen, blijven zelfvertrouwen, het lerend vermogen en werkplezier behouden.
Gerda heeft die vraag zelf ook niet aan anderen gesteld. ‘Het kwam gewoon niet in mij op, en ik kan mijzelf dat nu, jaren later, nog weleens kwalijk nemen. Kort door de bocht: je neemt een kop koffie en je gaat weer verder, want de wachtkamer zit vol.’
Uit de taboesfeer
Toch blijven zulke ervaringen hangen. Zorgprofessionals kunnen na een incident defensiever gaan werken, of zich juist terugtrekken en bepaalde handelingen vermijden. Dit kan leiden tot minder werkplezier en verhoogt het risico op nieuwe incidenten.
‘Wat ik destijds ervaren heb, heeft een behoorlijke impact op mij gehad’, vertelt Gerda. ‘Inmiddels weet ik dat ik hierin niet uniek ben. Het drukt eigenlijk altijd zwaar op het welzijn van een zorgverlener.’
Daarom zet Gerda zich al meer dan tien jaar in om de emotionele nasleep van medische incidenten uit de taboesfeer te halen. Dat loont. Adequate en vooral tijdige, collegiale steun en reflectie verlichten de nasleep. ‘Ik zie inmiddels dat we er onderling meer over praten en delen hoe het echt met ons gaat. Dat komt misschien ook door de impact van de COVID-periode. De jongere generatie artsen is opener, bijvoorbeeld tijdens intervisiebijeenkomsten. De nasleep van en angst voor medische incidenten of klachten wordt vaker openlijk besproken.’ Ook op sociale media delen zorgverleners steeds vaker hun ervaringen.
‘Hoewel het op de werkvloer vaak makkelijker is om over de inhoud te praten dan over gevoelens, is het inmiddels geen taboe meer’, ziet Gerda. ‘Toch blijft het lastig om gevoelens als schaamte en onzekerheid te delen, daarvoor zijn we ook gewoon mens.’
Nieuwe druk en onzekerheden
Sinds COVID-19 ervaren zorgverleners nieuwe vormen van maatschappelijke druk. Gerda ziet bijvoorbeeld dat er meer argwaan is richting de medische wereld. ‘Ouders laten in sommige gevallen hun kinderen niet meer vaccineren, gangbare medische zorg wordt vaker ter discussie gesteld, ook in de geboortezorg. Social media en influencers spelen daarin ook een rol.’
Het belang van peer support
Juist in zo’n context is sociale steun belangrijk. Begrip, solidariteit en herkenning helpen bij het verwerken van de nasleep van een klacht of claim. Peer support heeft daarin een sleutelrol. ‘Een peer supporter is een collega die uit ervaring weet wat een medisch incident met je doet. Door te luisteren, en gevoelens als hyperalertheid, schuld en schaamte te normaliseren, biedt hij of zij laagdrempelige steun.’
Een peer supporter kan ook helpen bij een disclosure gesprek. Dit is een gesprek met de patiënt of diens naasten over wat er is gebeurd. Ook ondersteunt een peer supporter bij het omgaan met klachten of claims. Daarnaast helpt peer support collega’s om lessen te trekken uit het incident en hun verhaal te delen.
Training Peer support voor zorgverleners
Een medisch incident hakt erin. De training Peer Support voor zorgverleners helpt u er te zijn voor collega’s, juist als het moeilijk wordt. U leert hoe u helpt door te luisteren, zonder te redden.
Vragen?
Wij helpen graag. Bel ons op werkdagen tussen 8.30 en 17.00 uur. Of stuur een e-mail.
- Opleidingen
- 030 247 43 28
- Opleidingen
- opleidingen@vvaa.nl
Meer lezen?
Vliegen op de traumahelikopter in Londen
Van de SEH in Leeuwarden tot traumahelikopter in Londen: wat drijft VvAA-lid Ewoud ter Avest?
Van zzp naar loondienst? Denk aan de uitloopdekking voor claims
Zorg voor een uitloopdekking van uw beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Nieuw: 10 jaar uitloopdekking.
Een klacht raakt meer dan uw werk
Wat zijn de belangrijkste trends die invloed hebben op tuchtklachten en wat kunt u daaraan doen?
Wie mag er kinderen krijgen – en wie niet?
Kinderwens of niet? Wetenschapper en VvAA-lid Bahareh Goodarzi voert confronterende gesprekken op het podium.