Interne toezichthouder Wtza: lastenverzwaring of ook toegevoegde waarde?
De invoering van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) brengt in veel zorgorganisaties een lastenverzwaring met zich mee. Zorgaanbieders die in 2021 al actief waren, hebben tot 1 januari 2024 de tijd om een interne toezichthouder in te stellen. Wat betekent dit voor uw instelling of praktijk? VvAA legt het uit.
De Wtza trad op 1 januari 2022 in werking en vervangt grotendeels de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi).
Vereenvoudiging governance bij kleine ZBC’s
In de WTZi was een toezichthoudend orgaan een vereiste in een zelfstandig behandelcentrum (ZBC), ongeacht het aantal zorgverleners. Onder de Wtza is een interne toezichthouder verplicht bij 11 of meer zorgverleners. Kleinere ZBC’s hoeven dus niet langer een raad van toezicht in te stellen. Hiermee vereenvoudigt de governance. Sommige ZBC’s zien daarom nu af van een interne toezichthouder óf veranderen de taak van toezichthouder naar adviseur/sparringpartner.
Hoe zat het ook alweer met de Wtza? Bekijk het minicollege:
Wat betekent de Wtza voor eerstelijnspraktijken?
Eerstelijnspraktijken met 26 of meer zorgverleners moeten een toezichthoudend orgaan hebben. Deze organisaties werken vaak samen in maatschappen, op basis van nevenschikking. Veel eerstelijnszorgaanbieders, zoals huisartsen en mondzorgpraktijken, zijn daarom niet overtuigd van de toegevoegde waarde van een raad van toezicht.
Hoe zit het met de dagelijkse of algemene leiding?
Op basis van de Wtza moet een interne toezichthouder het beleid van de dagelijkse of algemene leiding bewaken. Van een dagelijkse of algemene leiding is bij veel relatief kleine maatschappen geen sprake, zodat het intern toezichthoudend orgaan in dat geval toezicht moet houden op alle maten, wat uiteraard om een speciale aanpak vraagt.
Taken van de interne toezichthouder
De taken van de interne toezichthouder moeten passen bij de verantwoordelijkheden van de instelling of praktijk. Zorgaanbieders met minder dan 50 werknemers hoeven de Governancecode Zorg daarom niet integraal toe te passen. De toepassing van principe 1 (goede zorg), indien relevant principe 2 (waarden en normen) én de randvoorwaarden (goede zorg) van de overige principes is voldoende.
Een praktische oplossing voor grote organisaties
De invoering van de Wtza vraagt dus om een praktische oplossing in bepaalde organisaties. ZBC’s met 11 of meer zorgverleners kunnen, indien hun adherentiegebieden niet overlappen, bijvoorbeeld gezamenlijk optrekken bij het instellen van een raad van toezicht. Dit geldt ook voor eerstelijnspraktijken met 26 of meer zorgverleners.
Vennoten van verschillende organisaties kunnen dan toetreden tot elkaars raad. Dit kan een goede match opleveren tussen verantwoordelijkheden enerzijds en relevante vakkennis en werkervaring anderzijds. Wel adviseren we om minimaal één toezichthouder (bijvoorbeeld de voorzitter) in te stellen die niet aan beide zorginstellingen of eerstelijnspraktijken is verbonden.
Zie ook: Wtza-themapagina
Over de auteur
Meer lezen?
VvAA: opnieuw verbeterpotentieel zorgverzekeraars
De ervaringen met zorgverzekeraars verschillen tussen beroepsgroepen.
Zzp’er en nu?
Met zzp'ers is natuurlijk niets mis en ze zijn onmisbaar voor de zorg. Flexibiliteit is noodzakelijk, zowel voor professionals als voor organisaties.
Smartengeld: wat is het en hoe wordt de hoogte bepaald?
Bij (medische) aansprakelijkheid wordt vaak gesproken over 'smartengeld'. Maar wat is smartengeld en hoe wordt de hoogte ervan bepaald?
Juridische dag van Waarde over verzuim en inzetbaarheid
Op 24 oktober 2024 organiseerden we de 2e Juridische dag van Waarde op kasteel Waardenburg, over duurzame inzetbaarheid, verzuim, disfunctioneren en agressie.