Fiscale eindejaarstips 2023

Uw vermogen per 1 januari 2024 is bepalend voor de verschuldigde inkomstenbelasting in box 3. Hoe lager uw ‘box 3-vermogen’, hoe minder inkomstenbelasting u bent verschuldigd. Doe dus alle betalingen die u toch al moet doen of op korte termijn van plan bent nog voor het einde van dit jaar. Denk aan eventuele belastingschulden, een schenking of een forse aankoop, zoals een auto.

Verwacht u dat u belasting moet betalen, vraag dan alvast een voorlopige aanslag aan. Heeft u al een voorlopige aanslag die te laag is, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan. De Belastingdienst rekent vanaf 1 januari 2024 voor de inkomstenbelasting naar verwachting een rente van 7,5%. Voorkom dus dat u deze hoge belastingrente moet betalen en controleer of uw voorlopige aanslag juist is.

Wilt u in 2023 nog een schenking doen aan een goed doel? Dan is een schenking aan een culturele algemeen nut beogende instelling (ANBI) fiscaal voordeliger dan een schenking aan een gewone ANBI. Een gift aan een culturele instelling levert een aftrekpost op van 125% van het geschonken bedrag, in plaats van 100%. De extra aftrek van 25% is gemaximeerd op € 1.250.

Heeft u een pensioengat? Dan is het afsluiten van een lijfrenteverzekering mogelijk een goede oplossing. De premies die u voor een lijfrenteverzekering betaalt, zijn binnen bepaalde grenzen fiscaal aftrekbaar. Die aftrek is in beginsel beperkt tot de zogeheten jaarruimte. De jaarruimte is met ingang van dit jaar verhoogd naar 30% van het inkomen waarmee u spaart voor uw pensioen. De premie is aftrekbaar in het jaar van betaling. Zorg er daarom voor dat u de lijfrentepremie nog in 2023 betaalt.

Heeft u een schenking op papier aan een kind gedaan? Dan moet u over het schuldig erkende bedrag jaarlijks een rente van 6% aan uw kind te betalen. Heeft u deze rente dit jaar nog niet betaald? Doe dit dan uiterlijk op 31 december 2023.

In 2023 kunt u een bedrag van € 6.035 belastingvrij schenken aan uw kinderen. Dit bedrag geldt per kind. Ook kunt u een bedrag van € 2.418 belastingvrij aan uw kleinkinderen schenken. Nog geen gebruik gemaakt van deze vrijstellingen? Doe dat dan voor 1 januari 2024. Dit scheelt ook weer voor uw vermogensrendementsheffing, zie tip 1.

Heeft u u in 3 achtereenvolgende jaren sterk wisselende inkomsten in box 1? Bepaal dan of middeling voor u voordelig is. Bij middeling wordt voor een periode van 3 jaar uitgegaan van uw gemiddelde inkomen. U krijgt belasting terug als dit een verschuldigde belasting oplevert van minimaal € 545 minder dan de door u betaalde inkomstenbelasting. Dien het verzoek binnen 36 maanden na de definitieve aanslag van het laatste belastingjaar in. De middelingsregeling in de inkomstenbelasting is per 2023 afgeschaft. Dit houdt in dat 2022-2024 het laatste tijdvak is waarover middeling mogelijk is.

Voor investeringen in bedrijfs­middelen kunt u in aanmerking komen voor klein­schaligheids­investerings­aftrek (KIA). Heeft u in 2023 investeringen gedaan voor meer dan € 2.600 en voor minder dan € 353.973, dan heeft u recht op KIA. De KIA levert het meest op als u in 2023 tussen een bedrag van € 63.716 en € 117.991 heeft geïnvesteerd. De KIA bedraagt dan € 17.841. Daarom is het afhankelijk van de situatie gunstig voorgenomen investeringen nog dit jaar te doen, of deze juist uit te stellen tot volgend jaar. Investeert u in een bedrijfs­middel dat in aanmerking komt voor de milieu-investerings­aftrek of de energie-investerings­aftrek, vergeet u dan niet een tijdige melding (binnen 3 maanden nadat u de koop­overeenkomst heeft gesloten) te doen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Om in aanmerking te komen voor de zelfstandigen­aftrek (€ 5.030) moet u voldoen aan het zogeheten uren­criterium. Dit houdt in dat u ten minste 1.225 uren per jaar aan uw onderneming met besteden. Bij twijfel kan de inspecteur u vragen een onderbouwing te geven van de gewerkte uren. Zorg dat u een uren­registratie heeft waaruit blijkt dat u aan het uren­criterium voldoet.

Heeft u in 2019 de investerings­aftrek toegepast? En bent u van plan het bedrijfs­middel weer te verkopen? Dan krijgt u misschien te maken met de desinvesterings­bijtelling. Dit is een bijtelling bij de winst waardoor u een deel van de eerder toegepaste investerings­aftrek weer terug moet betalen. Overweeg in dat geval of u de verkoop van het bedrijfs­middel kunt uitstellen tot 2024. U valt dan buiten de vijfjaars­termijn en voorkomt daarmee desinvesterings­bijtelling.

Werkt uw partner mee in uw onderneming? Bepaal dan hoe u omgaat met een beloning voor de arbeid van uw partner. Daarvoor hebt u onder meer 3 mogelijkheden:

• Pas de meewerk­aftrek toe. Dit is een aftrek­post ter grootte van een percentage van de winst. Het te hanteren percentage is afhankelijk van het aantal uren dat uw partner meewerkt in uw onderneming. Uw partner moet minimaal 525 uur hebben meegewerkt in uw onderneming. Voor uzelf is dat 1.225 uur.
• Geef uw partner een arbeids­beloning. Deze beloning is voor u aftrekbaar en bij uw partner belast. De beloning moet minimaal € 5.000 bedragen.
• Laat uw partner toetreden tot uw onderneming door de vorming van een maatschap. Uw partner kan dan mogelijk gebruik­maken van de fiscale ondernemers­faciliteiten.

Bent u van plan om nog dit jaar een dividend­uitkering te doen, bijvoorbeeld om uw rekening courant schuld bij de BV af te lossen, dan kan het voordelig zijn de dividend­uitkering uit te stellen tot na 1 januari 2024. Vanwege een dividend­uitkering zal uw box 3 vermogen toenemen. Door de dividend­uitkering uit te stellen voorkomt u dat dit vermogen wordt meegerekend in uw box 3 vermogen 2024. Ook profiteert u daarmee van de tariefs­verlaging in box 2 van 26,9% tot 24,5% voor uitkeringen tot € 67.000 (voor fiscale partners € 134.000).

Met ingang van 2023 zijn de regels voor de bepaling van het minimale salaris dat u vanuit uw BV moet ontvangen aangescherpt. Eerder mocht u het salaris stellen op minimaal 75% van het salaris van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Vanaf 2023 geldt een minimum van 100% van het salaris van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Beoordeel daarom samen met uw adviseur of de hoogte van uw salaris aan deze nieuwe regels voldoet.

Ga na of het voordelig is om uw onderneming om te zetten naar een IB-onderneming. Vanwege een aantal fiscale wijzigingen kan de BV voor u mogelijk minder voordelig uitpakken dan de IB-onderneming. U kunt daarbij denken aan de tariefs­verhoging van 15% naar 19% en de grens­verlaging van € 395.000 naar € 200.000 in de vennootschaps­belasting. Ook is de gebruikelijk loon­regeling aangepast. En volgt een wijziging van de tarieven in box 2 waarbij het hoogste tarief naar 33% gaat voor voordelen boven de € 67.000 in 2024.

Als u weet dat u dit jaar meer winst heeft gemaakt en is daarmee in de voorlopige aanslag 2023 nog geen rekening gehouden, dan kan het verstandig zijn om een wijziging van de voorlopige aanslag aan te vragen. Daarmee voorkomt u dat u veel belasting­rente moet betalen. Deze rente bedraagt voor de inkomsten­belasting nu 6% en voor de vennoot­schaps­belasting 8%. De verwachting is dat de belasting­rente met ingang van 2024 naar 7,5% voor de inkomsten­belasting en naar 10% voor de vennootschaps­belasting wordt verhoogd.