Smartengeld: wat is het en hoe wordt de hoogte bepaald?
Bij (medische) aansprakelijkheid en/of letselschade wordt vaak gesproken over 'smartengeld'. Maar wat is smartengeld precies en hoe wordt de hoogte ervan bepaald? In dit artikel leggen we het uit aan de hand van een casus.
Schade door een medische fout
Een 32-jarige patiënte bezoekt haar huisarts nadat zij met de fiets is gevallen. Ze geeft aan pijn te hebben in haar linkerheup en lies, maar kan goed lopen. Tijdens het consult voert de huisarts lichamelijk onderzoek uit, waarbij geen asdrukpijn, afwijkende stand van het been of beenlengteverschil wordt vastgesteld, een functieonderzoek van de heup toont verder geen bijzonderheden. De huisarts vindt geen aanwijzingen voor een fractuur en besluit de patiënte niet door te verwijzen voor een röntgenfoto. Na een halfjaar van aanhoudende klachten, met tussenkomst van fysiotherapie en herhaalde bezoeken aan de huisarts, wordt patiënte alsnog verwezen voor een röntgenfoto, waarop een heupfractuur wordt vastgesteld. Patiënte vraagt daarom om vergoeding voor de schade die zij heeft geleden, inclusief smartengeld, omdat zij van mening is dat een eerdere diagnose het behandelresultaat had kunnen verbeteren.
Eerst leggen we uit welke schade voor vergoeding in aanmerking komt volgens de wet. Verderop leest u wat dit betekent voor de patiënte met de gebroken heup.
Wet- en regelgeving
Kort samengevat zijn er twee soorten schade die in aanmerking kunnen komen voor een vergoeding: vermogensschade en ander nadeel, maar alleen als dit in de wet is vastgelegd.
Vermogensschade, ook wel materiële schade genoemd, is schade die in geld kan worden uitgedrukt. Voorbeelden hiervan zijn medische kosten, reiskosten of verlies aan verdienvermogen (inkomsten die gemist worden doordat iemand door bijvoorbeeld een medische fout niet kan werken).
Met ander nadeel wordt immateriële schade bedoeld. Dit is schade die niet in geld is uit te drukken, zoals verdriet, geestelijk leed of het verlies van levensvreugde. Dit wordt vaak vergoed in de vorm van smartengeld. In sommige gevallen kunnen naasten ook een vergoeding krijgen, wat affectieschade wordt genoemd.
Hoogte van smartengeld
Hoe wordt de hoogte van smartengeld bepaald als het niet in geld is uit te drukken? De wet stelt dat de benadeelde recht heeft op een vergoeding die 'billijk' is, wat betekent dat de vergoeding op een eerlijke en redelijke manier moet worden vastgesteld. Wat als billijk wordt beschouwd, hangt af van verschillende factoren, zoals:
- De aard en de ernst van het letsel;
- De intensiteit en hoeveelheid medische behandelingen (zoals opnamedagen in het ziekenhuis, aantal operaties, revalidatie);
- Of er blijvende klachten zijn of de mate van herstel;
- Gederfde levensvreugde (bijvoorbeeld of iemand door het letsel zijn of haar werk of hobby niet meer kan uitoefenen).
Om de hoogte van een smartengeldvergoeding vast te stellen, wordt er zo veel mogelijk gekeken naar vergelijkbare gevallen. De Smartengeldgids wordt hierbij vaak gebruikt. Hierin zijn alle door de Nederlandse rechter gedane uitspraken met betrekking tot een smartengeldvergoeding gepubliceerd. U kunt zoeken op bijvoorbeeld de leeftijd van de benadeelde, de aard van het letsel, het beroep van de benadeelde en de hoogte van de toegewezen smartengeldvergoeding. In de gids staat een korte samenvatting van de uitspraak, zodat u kunt zien hoe deze vergelijkt met de betreffende zaak. Niet alleen het oorspronkelijk toegewezen smartengeldbedrag staat erin, maar ook het geïndexeerde bedrag. Door indexatie wordt het oorspronkelijke bedrag aangepast aan het huidige prijspeil.
Bedragen
Voor (de hoogte van) smartengeld kan gedacht worden aan de volgende categorieën van letsel en bijbehorende bedragen:
- Gering letsel: € 100 tot € 2.000
- Licht letsel: € 2.000 tot € 3.500
- Matig letsel: € 3.500 tot € 9.000
- Ernstig letsel: € 9.000 tot € 21.000
- Zwaar letsel: € 21.000 tot € 43.000
- Zeer zwaar letsel: € 43.000 tot € 76.000
- Uitzonderlijk zwaar letsel: € 76.000,- tot € 250.000,-
Bij gering letsel gaat het bijvoorbeeld om schaafwonden of blauwe plekken, terwijl uitzonderlijk zwaar letsel bijvoorbeeld een (hoge) dwarslaesie of ernstig hersenletsel kan zijn. De genoemde bedragen zijn indicatief.
De hoogte van een smartengeldvergoeding hangt af van verschillende factoren, zoals de aard en ernst van het letsel, of er blijvende klachten zijn en gederfde levensvreugde
Wat betekent dit voor de patiënte met de gebroken heup
Uit onderzoek naar aansprakelijkheid blijkt dat de aanhoudende klachten van patiënte aanleiding hadden moeten zijn om haar eerder te verwijzen voor een röntgenfoto. Door deze vertraging was de kans groter dat de breuk zou afglijden, wat een operatie noodzakelijk had gemaakt. Gelukkig was dat niet het geval en is de breuk in een acceptabele stand genezen, al was de stand wel iets afwijkend. Hierdoor is de kans op restklachten in de toekomst groter. Een (gecompliceerde) botbreuk valt in de categorie ‘matig letsel’, waardoor gedacht kan worden aan een smartengeldvergoeding tussen de € 3.500,- en € 9.000,-. Omdat het om een jonge patiënte ging, zij geen operatie nodig had en er (nog) geen blijvende klachten waren, werd een smartengeldvergoeding van € 6.500,- als redelijk beschouwd.
Er zijn verschillende aanknopingspunten voor het bepalen van de hoogte van een smartengeldvergoeding, maar deze moet altijd worden beoordeeld op basis van alle relevante omstandigheden van de situatie.
Vragen?
Wij helpen graag. Bel voor hulp en advies op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur.
- Personenschade
- 030 247 49 67
Over de auteur
Meer lezen?
VvAA: opnieuw verbeterpotentieel zorgverzekeraars
De ervaringen met zorgverzekeraars verschillen tussen beroepsgroepen.
Zzp’er en nu?
Met zzp'ers is natuurlijk niets mis en ze zijn onmisbaar voor de zorg. Flexibiliteit is noodzakelijk, zowel voor professionals als voor organisaties.
Juridische dag van Waarde over verzuim en inzetbaarheid
Op 24 oktober 2024 organiseerden we de 2e Juridische dag van Waarde op kasteel Waardenburg, over duurzame inzetbaarheid, verzuim, disfunctioneren en agressie.
Onzekere tijden voor de zorg door einde zzp-inzet
Het einde van het handhavingsmoratorium plaatst zorginstellingen en -professionals voor een groot dilemma.