<p>Blom-Ham maakt sinds de oprichting deel uit van het bestuur van stichting ZWiC, die financiële steun biedt aan (nabestaanden van) zorgmedewerkers die als gevolg van hun werk in de coronazorg zelf op de IC zijn beland of zijn overleden. Haar belangrijkste doelstelling is om te zorgen dat álle zorgmedewerkers, waaronder veel van haar vakgenoten, die in aanmerking komen voor een uitkering vanuit Stichting ZWiC, die ook ontvangen.</p>

Wietske Blom Ham

<p>Daarnaast wordt de komende 1,5 jaar hard gewerkt aan de ontwikkeling van een landelijke richtlijn voor psychosociale zorg ten behoeve van de psychosociale ondersteuning van verpleegkundigen en andere zorgprofessionals.</p>
<p>Met het aantreden van Wietske Blom-Ham geven orthopedisch chirurg Sander Muijs en traumachirurg Marijn Houwert het stokje over aan een collega-zorgverlener die 15 jaar als verpleegkundige op de spoedeisende hulp in een groot ziekenhuis werkte en weet wat de impact is van corona op de zorg en zorgmedewerkers.</p>
<p>Blom-Ham: “Met de coronacrisis veranderde de zorg van de ene op de andere dag. En toch was het aan medewerkers om hun werkzaamheden, met alle twijfels en onzekerheden over ziekte en bescherming, gewoon voort te zetten. In het belang van ons allemaal. Het initiatief van Sander en Marijn was een enorme steun in de rug voor hen. Wat zij, met steun van vele vrijwilligers, donateurs en partijen voor elkaar hebben gekregen, is van uitzonderlijke waarde. Ik vind het een eer om nu aan het roer te mogen staan en kijk ernaar uit om samen met het hele team, inclusief de partners van ZWiC, hun werk voort te zetten. Met elkaar gaan we alles op alles zetten om te zorgen dat zoveel mogelijk (nabestaanden van) zorgmedewerkers - van schoonmakers, baliemedewerkers tot de verpleegkundigen en verzorgenden - die als gevolg van hun werk op de IC terecht zijn gekomen of zelfs zijn overleden, een eenmalige financiële bijdrage ontvangen.”</p>

<h2>Alles op alles</h2>
<p>Sinds haar oprichting keerde Stichting ZWiC 90 eenmalige financiële bijdragen uit, waarvan 14 aan nabestaanden van zorgmedewerkers die als gevolg van hun werk in de coronazorg zijn overleden en 76 aan zorgmedewerkers die op de IC terecht zijn gekomen. Blom-Ham: “Driekwart van de aanvragen is afkomstig van (nabestaanden van) zorgmedewerkers met een verpleegkundige, verzorgende of helpende functie: de groepen die over het algemeen het hardst worden geraakt. Op basis van de maandelijkse rapportages van het RIVM weten we echter dat er nog veel zorgmedewerkers zijn die mogelijk in aanmerking komen voor een eenmalige financiële bijdrage, maar de weg naar ZWiC nog niet hebben gevonden. We gaan alles op alles zetten om hen te bereiken.”</p>
<p>Om het indienen van een aanvraag nog laagdrempeliger te maken verlengt ZWiC onder meer de uiterlijke indientermijn naar 31 december 2022 en wordt er, in samenwerking met het Verbond van Verzekeraars en Achmea, een nog toegankelijker aanvraagformulier ontwikkeld. Ook gaat de stichting intensiever samenwerken met brancheorganisaties van medewerkers in de zorg, om via hun achterban nog meer mensen te bereiken.</p>
<h2>Psychosociale ondersteuning voor zorgprofessionals</h2>
<p>In opdracht van Stichting ZWiC wordt tevens een landelijke richtlijn voor psychosociale ondersteuning van zorgprofessionals ontwikkeld door ARQ Kenniscentrum Impact van Rampen en Crises. Deze evidence based richtlijn is naar verwachting eind 2022 klaar. Blom: “De coronacrisis heeft laten zien hoe onmisbaar en wezenlijk medewerkers in de zorg zijn voor de gezondheid en het welzijn van ons land. Het is van groot belang dat we ook goed voor hun fysieke en mentale welzijn zorgen. Met de komst van een landelijke richtlijn ligt daarvoor straks een steviger basis dan voorheen.”</p>

<h2>Over Stichting Zorg na Werk in Coronazorg (ZWiC)</h2>
<p>Stichting ZWiC biedt financiële steun aan (nabestaanden van) zorgmedewerkers die als gevolg van hun werk in de coronazorg zelf op de IC zijn beland of zijn overleden. Van verpleegkundigen, verzorgenden en ambulanceverpleegkundigen die direct in contact komen met coronapatiënten, tot schoonmakers in ziekenhuizen, baliemedewerkers, laboranten en anderen die actief betrokken zijn bij het mogelijk maken van de coronazorg.</p>
<p>Met een eenmalige financiële bijdrage - € 30.000 in geval van IC-opname en € 50.000 in geval van overlijden – wil Stichting ZWiC voorkomen dat deze zorgmedewerkers, óf hun nabestaanden, naast de zorgen en verdriet door een IC-opname of overlijden, ook nog met financiële problemen worden geconfronteerd. Sinds haar oprichting heeft de stichting steun in praktische en/of financiële zin van vele individuele donateurs en partijen waaronder het Verbond van Verzekeraars, collectief voor zorgverleners VvAA, pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM, advocatenkantoor Kennedy Van der Laan, Aramco, Philips, Robeco, Bristol-Myers Squib en Reckitt Benckiser en het ministerie van VWS.</p>

Nieuws en artikelen - Zwic Heeft Nieuwe Voorzitten Wietske Blom Ham

Stichting Zorg na Werk in Coronazorg (ZWiC): alles op alles om álle zorgverleners die in aanmerking komen, te bereiken.

Verpleegkundige Wietske Blom nieuwe voorzitter ZWiC

Na 1,5 jaar geven chirurgen en oprichters Sander Muijs en Marijn Houwert de leiding van Stichting Zorg na Werk in Coronazorg (ZWiC) over aan Wietske Blom-Ham, onderzoeker, hoofddocent Acute Zorg aan de Hogeschool Utrecht en verpleegkundige.

ZWiC: alles op alles om álle zorgverleners die in aanmerking komen, te bereiken

<p>Onder andere <a rel="noopener" href="https://www.trouw.nl/binnenland/ook-voor-de-getroffen-schoonmaker-en-laborant-is-er-nu-een-coronafonds~b11a0b4b/" target="_blank" title="Trouw">Trouw</a> berichtte hier vandaag over. De focus van Stichting ZWiC blijft op de (familie van de) zwaarst getroffenen, die als gevolg van hun werk in de coronazorg op de IC zijn beland of zelfs zijn overleden. Met de keuze voor deze verbreding is de doelgroep van Stichting ZWiC verdubbeld van 400.000 naar ruim 800.000 mensen. Het ministerie van VWS ondersteunt de verbreding van Stichting ZWiC en levert daaraan een bijdrage van 10 miljoen euro.</p>
<p>Waar de initiële focus van Stichting ZWiC lag op zorgverleners, zoals verpleegkundigen, verzorgenden en ambulanceverpleegkundigen, die letterlijk in contact komen met coronapatiënten, breidt de stichting nu haar doelgroep uit met zorgmedewerkers die de coronazorg mede mogelijk maken. Wel dient in ieder geval sprake te zijn van noodzakelijke zorgwerkzaamheden en moet het voldoende aannemelijk zijn dat de COVID-19-besmetting het gevolg is van deze werkzaamheden.</p>

<p>Met een eenmalige aanvullende financiële bijdrage - € 30.000 in geval van IC-opname en € 50.000 in geval van overlijden - wil de stichting voorkomen dat zij, óf hun nabestaanden, naast de zorgen en verdriet door een IC-opname of overlijden, ook nog met financiële problemen worden geconfronteerd.</p>
<h2>Uitgangspunt</h2>
<p>Initiatiefnemers van Stichting ZWiC, traumachirurg Marijn Houwert en orthopedisch chirurg Sander Muijs: “Ons uitgangspunt is altijd geweest om zoveel mogelijk te doen voor diegenen die het het hardst nodig hebben. Met deze uitbreiding kunnen we er nu ook zijn voor de schoonmakers, diëtisten, laboranten, baliemedewerkers en anderen die actief betrokken zijn bij de coronazorg. We zijn ontzettend blij dat we in staat zijn om ook deze cruciale groep mensen financiële steun te bieden op het moment dat zij worden getroffen.”</p>
<h2>Aanvragen</h2>
<p>Het afgelopen jaar heeft Stichting ZWiC 64 aanvragen ontvangen en afgehandeld van (familie van) zorgverleners, waarvan er 52 zijn uitgekeerd. Onder de aanvragers bevinden zich zorgverleners uit diverse beroepsgroepen, waaronder vooral verzorgenden en verpleegkundigen uit ziekenhuizen en verpleeghuizen.</p>
<p>Een aantal aanvragen was afkomstig van (nabestaanden van) zorgmedewerkers die aanvankelijk niet tot de doelgroep van de Stichting ZWiC behoorden. Deze aanvragen zullen nu opnieuw worden beoordeeld. Gezien de voortdurende pandemie, de opkomst van nieuwe varianten van het coronavirus en de uitbreiding van de doelgroep, verwacht de stichting dat de aanvragen de komende periode binnen blijven komen. Daartoe blijven de initiatiefnemers, samen met hun partners, inzetten op het zo breed mogelijk bekend maken van de stichting onder de gehele doelgroep.</p>
<h2>Bijdragen</h2>
<p>Sinds de start begin april 2020, ontving de stichting steun in praktische en/of financiële zin van vele individuele donateurs en partijen waaronder het Verbond van Verzekeraars, collectief voor zorgverleners VvAA, pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM, advocatenkantoor Kennedy Van der Laan, Aramco, Philips, Robeco, Bristol-Myers Squib en Reckitt Benckiser.</p>
<p>VvAA stond Stichting ZWiC bij de opzet bij met raad en advies, en nu met de verdere ontwikkeling van de stichting. Willem Veerman, voorzitter a.i. van het bestuur van Vereniging VvAA, maakt vanaf de start deel uit van het bestuur van ZWiC.</p>
<h2>VWS verdubbelt donaties</h2>
<p>In totaal is nu ruim 4,3 miljoen euro opgehaald. Het ministerie van VWS zegde in april toe de donaties te verdubbelen met een bedrag van maximaal 10 miljoen euro. Gezien de verbreding van de doelgroep, en de verdubbeling in omvang, heeft het ministerie besloten het volledige bedrag van 10 miljoen euro bij te dragen.</p>
<p>Sander Muijs: “Wij zijn ontzettend blij met de steun van alle partijen in de afgelopen periode en de toezegging van het ministerie is natuurlijk geweldig. Het betekent dat we er écht kunnen zijn voor diegenen, die als gevolg van hun inzet voor het gezamenlijk belang, het zwaarst zijn getroffen.”</p>
<p>Zie <a rel="noopener" href="https://zwic.nl/aanvragen" target="_blank" title="ZWIC">geefvoorzorgverleners.nl/aanvragen</a> voor meer informatie over de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een eenmalige aanvullende financiële bijdrage.</p>

Nieuws en artikelen - Shutterstock 1900084774

Ook (familie van) zorgmedewerkers die als gevolg van hun werk corona krijgen en op de IC belanden, komen nu in aanmerking voor de bijdragen.

Stichting ZWiC breidt doelgroep uit

Stichting Zorg na Werk in Coronazorg (ZWiC) breidt haar doelgroep van zorgverleners die in de coronazorg actief zijn aan het bed, uit met zorgmedewerkers die actief zijn voor het bed. Ofwel: diegenen die de coronazorg mede mogelijk maken. Van de röntgenlaboranten, diëtisten en schoonmakers in het ziekenhuis, tot de voedingsdeskundigen en baliemedewerkers in het verpleeghuis of de huisartsenpraktijk.


Stichting Zorg na Werk in Coronazorg breidt doelgroep uit

<p>Daartoe roept de Stichting getroffen zorgverleners op zich te melden en schakelt zij de hulp in van zoveel mogelijk partijen in het veld.</p>
<p>De eerste zes aanvragen van zorgverleners die zijn getroffen door COVID als gevolg van werk in de frontlinie van de coronazorg, zijn inmiddels binnengekomen en in behandeling genomen. Twee daarvan zijn reeds gehonoreerd.</p>
<p>Rob Kok, voorzitter van de beoordelingscommissie van Stichting ZWiC: “Van meet af aan is ons doel geweest om de eenmalige aanvullende financiële bijdragen aan getroffen zorgverleners of hun naasten snel en volgens een transparant proces te kunnen uitkeren. Juist in zo’n ingrijpende periode kort na een IC-opname of zelfs overlijden, is dat van groot belang en draagt het er aan bij dat financiële zorgen op de achtergrond kunnen blijven. Met hulp van onze partners en diverse medische experts hebben we hiervoor een robuust en helder proces ingericht. Met als resultaat dat we al volgende week kunnen overgaan tot uitkering van de eerste eenmalige aanvullende financiële bijdragen.”</p>
<h2>Oproep aan getroffen zorgverleners om zich te melden</h2>
<p>Gezien de RIVM-cijfers over aantallen getroffen zorgverleners, verwacht de Stichting een gestage toename van het aantal aanvragen. Daartoe roept de Stichting getroffen zorgverleners op zich te melden en zet zij de komende periode in op het breder bekend maken van het fonds onder de doelgroep. Daarbij doet zij nadrukkelijk een beroep op brancheorganisaties en koepels in de zorg, maar werkt zij ook samen met de verschillende partners die inmiddels zijn aangesloten bij ZWiC. Sander Muijs en Marijn Houwert, oprichters van Stichting ZWiC: “Het is voor ons van groot belang álle zorgverleners die in aanmerking komen voor een bijdrage, hierover te informeren. In samenwerking met alle partijen in het veld kunnen we ervoor zorgen dat de zorgverleners die zich hebben ingezet voor ons gezamenlijk belang, ook ondersteund worden nu zij zélf steun nodig hebben.”</p>
<h2>Over ZWiC</h2>
<p>Stichting ZWiC heeft als doel (familie van) zorgverleners, die door hun werk in de frontlinie van de coronazorg, zélf geïnfecteerd raken en op de IC terechtkomen of zelfs overlijden, financieel te steunen met een eenmalige aanvullende financiële bijdrage van € 30.000 respectievelijk € 50.000. Denk daarbij aan verpleegkundigen, operatieassistenten, ambulancebroeders maar ook aan verzorgenden in verpleeghuizen. Met de eenmalige uitkering wil de Stichting voorkomen dat deze zorgverleners, die zoveel hebben gegeven in het gezamenlijke belang, naast de zorgen en verdriet door zo’n ingrijpende gebeurtenis, bovendien met financiële problemen worden geconfronteerd. Dit geldt zeker voor de groep zorgverleners die geen buffers, werkgeversvangnet of verzekering heeft.</p>
<h2>Support tot nu toe</h2>
<p>Sinds de start begin april ontving de Stichting steun in praktische en/of financiële zin van vele partijen waaronder het Verbond van Verzekeraars, collectief voor zorgverleners VvAA, pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM, advocatenkantoor Kennedy Van der Laan, accountancykantoor Baker Tilly Berk, Aramco, Philips en vele individuele donateurs. Het ministerie van VWS heeft toegezegd om de donaties te verdubbelen met een bedrag van maximaal 10 miljoen euro. Met de huidige ruim € 3,6 miljoen ontvangen en toegezegde donaties betekent dit dat er inmiddels ruim € 7 miljoen beschikbaar is in de stichting.</p>

Zwic

Stichting Zorg na Werk in Coronazorg stort de eerste financiële uitkeringen voor zorgverleners die zelf zijn getroffen.

Eerste aanvragen ZWiC in behandeling

Stichting Zorg na Werk in Coronazorg heeft de eerste aanvragen van (familie van) zorgverleners die – als gevolg van werk in de frontlinie van de coronazorg – zelf zijn getroffen in behandeling genomen en gehonoreerd. De komende periode staat in het teken van het informeren van alle zorgverleners en hun naasten, die mogelijk in aanmerking komen voor een eenmalige aanvullende financiële bijdrage vanuit het fonds.

Nieuwe fase voor Stichting ZWiC: oproep getroffen zorgverleners om zich te melden 

<p>De regeling maakt duidelijk hoe ZN de zorgpremies aanwendt om de continuïteit van zorg te borgen. Het is goed dat deze langverwachte regeling nu bekend is. Echter, helaas maakt de uitwerking dat deze regeling niet de zekerheid oplevert waar zorgaanbieders naar uitkijken. De afweging om al dan niet gebruik te maken van de regeling, wordt er dan ook niet eenvoudiger op. Dit terwijl de gevolgen voor de zorgaanbieder groot zijn.</p>
<p>De voorwaarden voor de regeling zijn vastgelegd in een addendum bij de bestaande zorgovereenkomst voor gecontracteerde zorgverleners en een nog te sluiten betaalovereenkomst voor niet-gecontracteerde zorgverleners. Ook de geschillenregeling voor de continuïteitsbijdrage is gepubliceerd. VvAA adviseerde eerder al heel goed kennis te nemen van de voorwaarden en te beoordelen wat de uitwerking daarvan voor uw praktijksituatie is. Dat is in de meeste gevallen niet eenvoudig: van sommige voorwaarden is de uitwerking nog niet geheel duidelijk. Met onderstaande aandachtspunten kunt u rekening houden bij uw persoonlijke afweging. Wij realiseren ons dat ieders situatie anders is en dat wij hiermee niet álle voor u relevante punten kunnen benoemen.</p>
<p>De in de aandachtspunten aangehaalde artikelen verwijzen naar het ‘Addendum bij een Zorgovereenkomst (uitsluitend voor gecontracteerde zorgaanbieders)’ van Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Voor niet gecontracteerde zorgverleners gelden deze aandachtspunten grotendeels ook. Zij moeten daarnaast nog rekening houden met een aantal specifieke voorwaarden en gevolgen.</p>
<h2>1. Ontslagverbod met terugwerkende kracht</h2>
<p>Een belangrijke voorwaarde voor deelname aan de regeling is dat de zorgaanbieder geen ontslag voor het personeel op bedrijfseconomische gronden mag aanvragen gedurende de periode dat hij de continuïteitsbijdrage ontvangt. Deze voorwaarde geldt met terugwerkende kracht, vanaf 1 maart (art. 1.1.m). Beroepsorganisaties hebben ZN gevraagd af te zien van het hanteren hiervan met terugwerkende kracht.</p>
<p>Naast het feit dat een praktijk mogelijk al afscheid van personeel heeft moeten nemen voordat deze voorwaarde bekend was, kan deze voorwaarde lastig uitpakken op het moment dat het erg slecht gaat met de praktijk, al helemaal omdat de zorgverzekeraar de overeenkomst voor de continuïteitsbijdrage ook kan ontbinden bij dreiging van surseance van betaling of faillissement (art. 5.4 (b)).</p>
<h2>2. Samenloop met overheidsondersteuning</h2>
<p>De zorgaanbieder kan alleen aanspraak maken op overheidsmaatregelen, zoals de loonkostensubsidie NOW, voor het resterende omzetverlies ná de te ontvangen continuïteitsbijdrage vanuit de ZN-regeling (art. 1.1.g). In de vijfde overweging van het addendum is over dit zelfde onderwerp een andere formulering opgenomen, die veel vragen oproept. Het is onduidelijk wat hiermee wordt bedoeld. Ook hier hebben beroepsorganisaties ZN om duidelijkheid gevraagd.</p>
<h2>3. Ruime uitsluitingsgronden, wijzigingsmogelijkheden en verrekeningsbevoegdheid verzekeraars</h2>
<p>De regeling is behoorlijk eenzijdig geformuleerd. De mogelijkheden voor de zorgverzekeraar om zorgaanbieders uit te sluiten van de regeling (art. 1.2) en of de overeenkomt te ontbinden (art. 5.4) zijn ruim. Uit de regeling volgt dat de zorgverzekeraar de zorgaanbieder kan uitsluiten als sprake is van een (tucht)rechtelijke veroordeling in de afgelopen 8 jaar of indien sprake is van een afwijkende materiële controle. Bovendien volgt uit de regeling dat uitsluiting ook mogelijk is op basis van een andere reden, dit alles ter beoordeling van de zorgverzekeraar. De gevolgen zijn aanzienlijk, bijvoorbeeld een direct opeisbare ongedaanmakingsverplichting bij ontbinding. De zorgverzekeraar heeft recht op volledige terugbetaling van de (voorlopige) continuïteitsbijdrage indien de zorgaanbieder op enig moment niet (meer) voldoet aan een of meer voorwaarden. Daarbij mag een zorgverzekeraar verrekenen met ingediende declaraties bij de zorgverzekeraar en wanneer de zorgverzekeraar behoort tot een groep mag een vordering worden verrekend met een vordering van een van de andere verzekeraars van dezelfde groep.</p>
<h2>4. Overdragen rechten en aanpassen juridische structuur beide onmogelijk</h2>
<p>Zorgaanbieders kunnen hun vorderingsrechten inzake de continuïteitsbijdrage niet overdragen aan een andere rechtspersoon (art. 6.1). Daarnaast mag de zorgaanbieder geen wijziging aanbrengen in de juridische structuur van de praktijk. Ook dit geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 maart (art. 1.1.n).</p>
<h2>5. Alle declaraties via verzekeraar</h2>
<p>Zorgaanbieders moeten alle declaraties voor verzekerde zorg direct indienen bij de zorgverzekeraar (art. 3.2). Dit geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 maart, voor zover de verzekerde zelf nog niet gefactureerd is, én gedurende de rest van het kalenderjaar. De zorgaanbieder stuurt in deze periode dus alleen declaraties naar verzekerden voor niet-verzekerde zorg. Om te voldoen aan deze voorwaarden is het belangrijk hiermee rekening te houden.</p>
<h2>6. Niet-passende normomzet</h2>
<p>Zowel de continuïteitsbijdrage als de vergoeding van ‘inhaalzorg’ wordt mede gebaseerd op de door Vektis berekende normomzet voor de praktijk. Er lijkt geen ruimte te zijn voor situaties waarin de normomzet niet aansluit bij de (huidige) praktijk. Denk aan situaties waarin de zorgaanbieder recentelijk heeft geïnvesteerd en daardoor een groter capaciteit heeft dan de normomzet. Of de situatie waarin in 2020 hogere tarieven gedeclareerd kunnen worden. Meer ingrijpende situaties zoals een praktijkstart of fusie kunnen wel in de aanvraag worden aangegeven. Het is de vraag hoe zorgverzekeraars hiermee in de praktijk omgaan.</p>
<h2>7. Inspanningsverplichting inhaalzorg</h2>
<p>De zorgaanbieder heeft een inspanningsverplichting om zorg te dragen voor het leveren van ‘inhaalzorg’ (art.1.1.k). Daarvan is sprake bij een gerealiseerde omzet die boven de door Vektis vastgestelde normomzet voor de praktijk ligt. Als u hiermee te maken krijgt, dan is het van belang er rekening mee te houden dat u voor deze ‘inhaalzorg’ een aanzienlijk lager tarief ontvangt (art. 2.6.3) en tegelijkertijd waarschijnlijk extra kosten maakt (bijvoorbeeld voor personeel of inhuur). Hoe de regeling voor het afdragen van de meeromzet vanwege de inhaalzorg er precies uitziet, is nog niet duidelijk. Het lijkt dat wanneer er bij de ene verzekeraar wat meer omzet is gerealiseerd dan bij de andere verzekeraars, en onder de streep geen sprake is van een omzet boven normomzet, er tóch sprake is van inhaalzorg en daarmee van een lager vergoedingspercentage.</p>
<h2>8. Betaling onderaannemers, zoals zzp’ers</h2>
<p>Zorgaanbieders moeten met de continuïteitsbijdrage ook onderaannemers uitbetalen (nb: dat is iets anders dan doorbetalen) waarvan zij structureel gebruik maken voor de zorgverlening. Denk aan zzp’ers. Wat als structureel wordt gezien en hoe dit zich volgens ZN verhoudt met wat partijen onderling hebben afgesproken (bijvoorbeeld in hun overeenkomst van opdracht) is niet duidelijk. De specifieke omstandigheden van het geval zijn mede bepalend. Waar onderaannemers precies recht op hebben, wordt niet aangegeven. Vermoedelijk gaat het om een redelijke vergoeding gelet op het aandeel in de omzet dat de onderaannemer vertegenwoordigt. De zorgaanbieder moet uitbetalen tenzij hij aantoont dat dit niet van hem gevergd kan worden in verband met het waarborgen van de eigen continuïteit. De zorgverzekeraar lijkt hier streng op toe te gaan zien. Ook hier valt op dat de voorwaarde met terugwerkende kracht vanaf 1 maart geldt (art. 1.1.o).</p>
<h2>9. Aantasting liquiditeitspositie door naverrekeningen</h2>
<p>In algemene zin geldt dat naverrekeningen, waarvan de hoogte per definitie lastig is te voorspellen, de liquiditeitspositie van de zorgaanbieder nadelig kunnen beïnvloeden. Dat geldt bij de continuïteitsbijdrage, waarbij deze direct opeisbaar zijn, maar ook voor de ondersteuningsregelingen van de overheid. Het is verstandig hiervoor waar mogelijk te reserveren.</p>
<h2>10. Specifiek voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders</h2>
<p>In de regeling is opgenomen dat wordt gerekend met het gemiddeld gecontracteerd tarief van desbetreffende zorgverzekeraar. Voor niet gecontracteerde zorgaanbieders geldt in de meeste gevallen, dat als verzekerden voor deze zorgaanbieder kiezen, de vergoeding lager is. De omzet waarmee voor de continuïteitsbijdrage (en inhaalzorg) wordt gerekend, zal dan dus meestal ook lager uitvallen.</p>
<p>Er moet rekening mee worden gehouden dat het bij het bepalen van de omzet niet gaat om hetgeen dat wordt vergoed, maar om datgene wat een verzekeraar uiteindelijk voor de verzekerde zorg zal uitbetalen. Dit kan onduidelijkheid geven. Zeker wanneer er sprake is van meerdere verzekeraars, met eigen polisvoorwaarden voor verzekerden. Voor niet gecontracteerde zorgaanbieders is het dus van belang extra alert te zijn.</p>

Nieuws en artikelen - Zorgverzekeraars Nederland Logo 260X260

De Continuïteitsbijdrage van Zorgverzekeraars Nederland kan worden aangevraagd door zorgaanbieders die vanwege COVID-19 omzetdaling hadden.

10 aandachtspunten Regeling Continuïteitsbijdrage

Begin mei 2020 verscheen de langverwachte regeling Continuïteitsbijdrage van Zorgverzekeraars Nederland (ZN). De regeling voor zorgaanbieders die niet van het begin af aan in de frontlinie van de coronazorg stonden, maar die te maken kregen met stevige omzetdaling omdat hun praktijk sloot voor reguliere zorg. Denk bijvoorbeeld aan fysiotherapeuten, andere paramedici en mondzorgverleners. Zij kunnen deze ondersteuning vanaf 15 mei aanvragen, gefaseerd per beroepsgroep. Overweegt u te kiezen voor deze regeling? Neem dan heel goed kennis van de voorwaarden. VvAA helpt u op weg met tien aandachtspunten die voor veel zorgaanbieders van belang kunnen zijn in hun afweging om al dan niet voor de regeling te kiezen.

10 aandachts­punten Regeling Continuïteits­bijdrage

<p>Zorgverleners lopen, vanwege hun beroep, veel meer risico om besmet te raken met COVID-19. Met dit gebaar wil VvAA voorkomen dat zij in dat geval ook nog eens voor extra kosten komen te staan. Afgelopen jaar kwamen er tientallen verzoeken binnen.</p>
<p>Bart Janknegt, voorzitter hoofddirectie VvAA: “Als collectief willen we onze waardering laten blijken voor zorgverleners en hen zo veel mogelijk steunen in deze uitzonderlijke tijden. Zij houden onze gezondheidszorg draaiende en doen dat met risico voor hun eigen gezondheid. Daarom willen wij een gebaar maken.”</p>
<h2>Regeling</h2>
<p>De regeling geldt eenmalig voor zorgverleners die in 2020, 2021 of 2022 besmet zijn geraakt door corona en daardoor het verplichte eigen risico moeten aanspreken. De regeling heeft betrekking op mensen die in het jaar van de besmetting verzekerd waren voor minimaal de VvAA basis-zorgverzekering en tegen betaling werkten in de zorg.</p>

Compensatie eigen risico

<p>Zorgverleners die voor de regeling in aanmerking komen, kunnen zich aanmelden voor de compensatieregeling. Aanvragen worden in vertrouwen behandeld door een medisch adviseur. Na goedkeuring volgt de compensatie.</p>

<h2>Steun voor de zorg in uitzonderlijke tijden</h2>
<p>Als collectief van ruim 125.000 zorgverleners ondersteunt VvAA haar leden tijdens de coronapandemie op allerlei manieren. Zo is tijdens de eerste golf een speciale COVID-19-helpdesk ingericht waar zorgverleners terechtkunnen met o.a. vragen over de effecten van COVID-19 op de dagelijkse praktijkvoering.</p>
<p>Tevens steunt VvAA de Stichting Zorg na Werk in Coronazorg. Dit is een steunfonds voor (familieleden van) zorgverleners, zoals verpleegkundigen, operatieassistenten en ambulancebroeders, die als gevolg van werk in de frontlinie van de coronazorg op de IC zijn beland of zijn overleden.</p>

Nieuws en artikelen - Compensatie Eigen Risico ST 1675065409 360X360

Ledencollectief VvAA compenseert het verplichte eigen risico voor zorgverleners die tijdens hun werk getroffen worden door corona

Wederom verlenging eigen risico zorgverleners vanwege corona

VvAA blijft het verplichte eigen risico van 385 euro compenseren voor zorgverleners die als gevolg van hun werk in de zorg zijn getroffen door corona. Het gaat om een eenmalige gehele of gedeeltelijke compensatie voor zorgverleners met een VvAA zorgverzekering die getroffen worden door corona en als gevolg daarvan hun eigen risico geheel of gedeeltelijk (hebben) moeten aanspreken. Dit deden we in 2020 en 2021, en zetten we nu ook door naar 2022.

VvAA verlengt compensatie eigen risico zorgverzekering voor zorgverleners die getroffen zijn door corona

Privacyverklaring

Algemene voorwaarden

Disclaimer

Cookiegebruik

Aansprakelijkheidsverzekering particulier

Doorlopende reisverzekering

Autoverzekering

Zorgverzekering

Inboedelverzekering

Opstalverzekering

Praktijkadvies

Hypotheekadvies

Financiële administratie

VvAA Legal

Salarisadministratie

Werkgeverszaken

Veelgestelde vragen

Schade melden

Gegevens wijzigen

Digitaal corresponderen

Verzekering opzeggen

Klacht indienen

100 jaar VvAA

Vereniging en Groep

Werken bij

Regiokantoren

Kwaliteit en uw feedback

Pers

<p>Onze website gebruikt functionele en analytische cookies om u een optimale gebruikerservaring te bieden.</p>
<p>Naast de cookies die nodig zijn voor een optimale gebruikerservaring vragen we uw toestemming om ook cookies te plaatsen die het mogelijk maken om u relevante berichten en advertenties te tonen. Deze cookies plaatsen we uitsluitend na uw akkoord.</p>
<p>Onderaan de website bij ‘Cookiegebruik’ leest u meer over de verschillende soorten cookies op VvAA.nl.</p>

VvAA verlengt compensatie eigen risico zorgverzekering voor zorgverleners die getroffen zijn door corona

Regeling

Steun voor de zorg in uitzonderlijke tijden

Meer lezen?