Fiscale wijzigingen voor uw privésituatie
1. Tarieven inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen box 1
Het tarief van de laagste tariefschijf gaat in 2021 omlaag: van 37,35% naar 37,10%. Voor belastingplichtigen die zijn geboren op 1 januari 1946 of later, gelden per 1 januari 2021 de volgende box 1-tarieven:
Box 1-tarief 2021
|
Belastbaar inkomen
|
Tarief
|
1e schijf |
Tot € 68.507 |
37,10% |
2e schijf |
Vanaf € 68.507 |
49,50% |
2. Tarief box 2
Het box 2-tarief stijgt in 2021 van 26,25% naar 26,9%. Dit was al aangekondigd in het Belastingplan 2020. In box 2 vallen inkomsten uit een aanmerkelijk belang (meestal een aandelenbelang van 5% of hoger in een bv) zoals dividenduitkeringen en winsten behaald bij verkoop van aandelen.
3. Aanpassingen belastingheffing box 3
Het bedrag van de vrijstelling in box 3 gaat van € 30.846 naar € 50.000 per 1 januari 2021. Voor fiscale partners bedraagt de vrijstelling dan € 100.000 (was € 61.692).
De schijven die horen bij het berekenen van het inkomen uit sparen en beleggen worden opnieuw vastgesteld. De tweede schijf zal beginnen bij een box 3-vermogen (voor aftrek van de vrijstelling) van € 100.000 en de derde schijf bij een box 3-vermogen van € 1.000.000.
Het tarief in box 3 wordt verhoogd van 30% naar 31%.
4. Hogere algemene heffingskorting
De maximale algemene heffingskorting gaat in 2021 omhoog. Voor 2021 bedraagt de algemene heffingskorting maximaal € 2.837. Voor 2020 bedroeg de maximale algemene heffingskorting € 2.711. De algemene heffingskorting daalt bij een box 1-inkomen van meer dan € 21.043. Bij een box 1-inkomen van meer dan € 68.507 is de algemene heffingskorting nihil.
5. Hogere arbeidskorting
De verhoging van de arbeidskorting die voor 2022 gepland was, is vervroegd naar 2021. De maximale arbeidskorting stijgt van € 3.819 naar € 4.205. Vanaf een arbeidsinkomen van € 35.652 daalt de arbeidskorting. Vanaf een arbeidsinkomen van circa € 105.000 is de arbeidskorting nihil.
6. Ouderenkorting
In 2021 stijgt de ouderenkorting voor mensen boven de Aow-leeftijd. De korting bedraagt volgend jaar maximaal € 1.703. Ouderen met een jaarinkomen tot circa € 49.000 hebben daar voordeel van.
7. Inkomensafhankelijke combinatiekorting
De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt in 2021 verlaagd tot € 2.815. Vanaf een arbeidsinkomen van circa € 30.000 is de maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting bereikt.
8. Versobering van aftrekposten
In 2021 vindt een verdere versobering plaats van het effectieve tarief waartegen de aftrekposten in de inkomstenbelasting aftrekbaar zijn. Het gaat dan om de ondernemersaftrek, de MKB-winstvrijstelling, de terbeschikkingstellingsvrijstelling, de negatieve inkomsten uit eigen woning en de persoonsgebonden aftrek. Als gevolg van deze versobering kunnen deze aftrekposten volgend jaar tegen een tarief van 43% in aftrek worden gebracht. In 2023 zal de versobering zich hebben voortgezet naar een aftrek tegen 37,05%. Een voor veel mensen belangrijke aftrekpost als de hypotheekrente zal dus versneld worden verminderd.
9. Aanpassingen overdrachtsbelasting
Er wordt voorgesteld om met ingang van 1 januari 2021 een eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting voor starters op de woningmarkt in te voeren. De starter moet meerderjarig en jonger dan 35 jaar zijn. Daarnaast moet het gaan om een woning of een recht waaraan een woning is onderworpen. En zij moeten deze woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaan gebruiken.
Andere natuurlijke personen (geen starters) die een woning verkrijgen, hebben recht op toepassing van het verlaagde tarief van 2%, onder de voorwaarde dat zij de woning verkrijgen om deze anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gaan gebruiken.
Voor andere verkrijgers gaat een tarief van 8% gelden. Hieronder valt bijvoorbeeld de verkrijging van een vakantiewoning, een woning die ouders kopen voor hun kind en verkrijgingen door niet-natuurlijke personen, bijvoorbeeld bv’s.