Voorbeeld uit de praktijk
Het betreft een ziekenhuissituatie met 24-uurszorg en teambehandeling. De aangeklaagde gynaecoloog was hoofdbehandelaar. De voorwacht voerde het beleid om het beloop van de baring gecontroleerd af te wachten. Het Centraal Tuchtcollege beoordeelde dat de CTG-registratie die daarna (’s nachts) volgde ongeschikt was om de foetale conditie te beoordelen. Desondanks werd het beleid van gecontroleerd afwachten door de voorwacht gecontinueerd. Bij die ochtendoverdracht was de gynaecoloog aanwezig die zich een zelfstandig beeld kon vormen van het beleid. De gynaecoloog had daarom als hoofdbehandelaar naar voren moeten stappen.
>
Lees hier de volledige casus
Het CTG spreekt nu van ‘de regiebehandelaar’ vanwege ‘de toegenomen complexiteit van zorg, soms verleend door zorgverleners van verschillende instellingen’. Omdat het CTG benoemt dat zij aanleiding ziet de taken en verantwoordelijkheden te herformuleren, mag worden aangenomen dat de term
‘regiebehandelaar’ de nieuwe standaard is geworden. De uitspraak van het CTG van 29 januari 2021 laat zien dat het CTG de verantwoordelijkheid voor sturing en coördinatie door de regiebehandelaar benadrukt. Voor zorgverleners is het nuttig om van uitspraken zoals deze kennis te nemen en te bekijken hoe de organisatie van de zorg hierop aangepast kan worden.
Herformulering door het CTG
De herformulering van de taken en de verantwoordelijkheden van de regiebehandelaar door het CTG luidt als volgt:
> In gevallen waarin twee of meer zorgverleners betrokken zijn bij de behandeling van één patiënt, moet als uitgangspunt worden genomen dat elke bij die behandeling betrokken zorgverlener een eigen professionele verantwoordelijkheid heeft en houdt jegens die patiënt. In gevallen waarin de aard en/of complexiteit van de behandeling dat nodig maakt, dragen deze (individuele) zorgverleners er steeds zorg voor dat één van hen als regiebehandelaar wordt aangewezen.
Nieuwe taken en verantwoordelijkheden op een rij
Om verantwoordelijkheid te kunnen dragen is het belangrijk om te weten waarvóór je verantwoordelijk bent. Het CTG vindt vanaf nu, en dat is nieuw, dat de regiebehandelaar er op toe dient te zien dat:
- de continuïteit en de samenhang van de zorgverlening aan de patiënt wordt bewaakt en dat waar nodig een aanpassing van de gezamenlijke behandeling in gang wordt gezet;
- er een adequate informatie-uitwisseling en voldoende overleg is tussen de bij de behandeling van de patiënt betrokken zorgverleners;
- er één aanspreekpunt is voor de patiënt en diens naaste betrekking(en) voor het tijdig beantwoorden van vragen over de behandeling. De regiebehandelaar hoeft niet zelf dat aanspreekpunt te zijn.
- Het aanspreekpunt hoeft niet zèlf alle vragen van de patiënt en naasten te kunnen beantwoorden, maar moet wel de weg naar de antwoorden weten te vinden.
Wat betekent dit in de praktijk?
Ons
voorbeeld uit de praktijk laat zien dat de regiebehandelaar kritisch moet zijn op het beleid dat een collega uitzet. Zodra de regiebehandelaar ziet dat het niet klopt (in casus op de medische inhoud, maar het zou ook iets anders kunnen zijn), dan moet hij of zij in actie komen. Kortom, de regiebehandelaar moet betrokken, geïnteresseerd en constructief handelen in de praktijk.
Persoonlijk beeld
De regiebehandelaar moet persoonlijk een adequaat beeld hebben van de patiënt, om te kunnen komen tot een probleemanalyse, een diagnose en een behandelplan (op hoofdlijnen).
Uitvoering delen, regie behouden
Hoewel de uitvoering van de behandeling gedeeld mag en kan worden met andere zorgverleners, blijkt uit de beslissing van het Centraal Tuchtcollege dat de regiebehandelaar de regie moet behouden en zo nodig terug moet nemen.
Omstandigheden
Een
andere recente beslissing van het Regionaal Tuchtcollege in de GGZ leert ons dat praktische bezwaren – zoals die zich in iedere drukbezette dagelijkse praktijk kunnen voordoen – geen reden zijn om deze normen lichter te hanteren.