Caroline van der Kolk-Heinsbroek
Advocaat
Mijn expertises:
Gezondheidsrecht
Aansprakelijkheidsrecht
Als je blijft doen wat je deed, blijf je krijgen wat je kreeg (Albert Einstein)
Het CTG merkt wel op dat de hoofdbehandelaar tijdens het behandelingstraject niet verantwoordelijk is voor de uitgevoerde verrichtingen van specialisten die buiten het terrein liggen waar de hoofdbehandelaar als specialist werkt. Voor die verrichtingen blijven de andere specialisten zelf volledig verantwoordelijk.4
In 2010 publiceerde een aantal veldpartijen de handreiking ‘Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg'.5 In deze handreiking zijn de eisen rondom het hoofdbehandelaarschap weergegeven.
Het CTG heeft in latere jurisprudentie benadrukt hoe belangrijk het is dat de hoofdbehandelaar toeziet op goede dossiervoering.6 Ook is in latere jurisprudentie door het CTG geoordeeld dat de hoofdbehandelaar zijn taken meestal niet kan uitvoeren zonder rechtstreeks contact met de patiënt. Hierbij moet het voor de patiënt op z’n minst duidelijk zijn op welke manier hij met de hoofdbehandelaar in contact kan komen.7 Ook moet de hoofdbehandelaar naar het oordeel van het CTG kunnen uitleggen wat het hoofdbehandelaarschap inhoudt, wanneer daar naar gevraagd wordt.8 Het CTG is bovendien van oordeel dat een hoofdbehandelaar zijn taken niet te beperkt mag inkleuren.9
Uit de jurisprudentie van het CTG blijkt ook dat er tijdens een behandeling steeds maar één hoofdbehandelaar is. Gedurende het behandeltraject kan er wel een wisseling van het hoofdbehandelaarschap optreden.10
Het RTG oordeelt in de zaak van de chirurg – gezien de eisen die volgen uit de jurisprudentie rondom het hoofdbehandelaarschap – terecht dat de chirurg niet kan worden beschouwd als de hoofdbehandelaar. De chirurg was weliswaar aanspreekpunt en supervisor voor artsen in opleiding tot chirurgie, maar was niet belast met de regievoering of het optreden als aanspreekpunt voor de patiënt en zijn naasten.
Uit het voorgaande blijkt dat een hoofdbehandelaar aan redelijk wat eisen moet voldoen. Het is dan ook belangrijk om je als zorgverlener te realiseren wat er van je wordt verwacht als je de hoofdbehandelaar bent. Ook is het van belang dat voor de betrokken zorgverleners duidelijk is wie de hoofdbehandelaar is. Instellingen doen er goed aan om intern te zorgen voor een richtlijn of protocol rondom het hoofdbehandelaarschap. Niet zelden blijkt dat daar onduidelijkheid over bestaat bij zorgverleners, met alle gevolgen van dien.
1. Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag, 10 maart 2020, ECLI:NL:TGZRSGR:2020:47.
2. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 25 januari 2007, 2006/008, GJ 2007/44.
3. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 1 april 2008, 2007/037, GJ 2008/83.
4. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 1 april 2008, 2007/037, GJ 2008/83, r.o. 5.3.2 en 5.3.3.
5. Handreiking “Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de Zorg”, KNMG et al, 26 januari 2010.
6. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 11 december 2014, ECLI:NL:TGZCTG:2014:384.
7. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 20 november 2018, ECLI:NL:TGZCTG:2018:303.
8. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 2 februari 2017, ECLI:NL:TGZCTG:2017:53.
9. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 21 juni 2016, ECLI:NL:TGZCTG:2016:232.
10. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 21 juni 2016, ECLI:NL:TGZCTG:2016:232.
Om u een optimale gebruikerservaring te bieden en berichten aan te laten sluiten op uw interesses maken wij gebruik van cookies.
Wilt u meer weten over de verschillende cookies, lees dan:
Cookiegebruik op VvAA.nl